Op de Berensluis staat een meisje te poseren. De zon schijnt laag en de Westertoren schittert op de achtergrond. Het meisje commandeert. Haar vriendje moet “dáár staan,” precies daar. En dan niet bewegen tijdens het klikken. “Doe nou is niet man, dat bewegen van jou zie je toch terug in de foto. Jezusmina.”
liefde
Waarom doe ik dit, vraagt ze zich af, terwijl ze voor de spiegel staat. Ze twijfelt: haar haren los of in een knot? Een knot is misschien te chique, maar los wordt het door de wind zo wild. En waaien doet het, want dit is Nederland.
“Hoe lang zijn jullie samen?” Het is meestal de eerste vraag die ik krijg wanneer ik mijn vriend voorstel. Veel mensen schrikken als we met vier jaar antwoorden, omdat we als negentienjarigen nog te jong lijken voor zo’n lange relatie. Maar zo schokkend zou het niet moeten zijn.