Een greep uit de krantenkoppen: ‘Een klap in het gezicht als je geen kerst hebt kunnen vieren’ en ‘Geen versoepelingen: een klap in het gezicht voor horeca-uitbaters’. In de media lijken we elkaar constant spreekwoordelijk in het gezicht te meppen. Het viel Jonasz Dekkers op. Wat zegt dat over ons, dat we termen als klappen en stompen nodig hebben om onenigheid te beschrijven?

Nu ik van woning verander leef ik tussen twee werelden. In mijn hoofd ben ik al bij het nog onbekende uitzicht in Amsterdam wat ik straks te zien krijg als ik wakker word, de nog nooit geroken geur, de nieuwe start. In mijn hart voel ik nostalgie naar de plek waar ik nog steeds woon – want verhuisd ben ik nog niet.

Ik noem hem de schuldkast. Hij staat op een plek in mijn huis waar ik dagelijks meermaals langs moet. We hebben hem roze geverfd, daarom kijk ik er graag naar. Tot het schuldgevoel me bekruipt. Vroeger was hij twee keer zo groot, maar toen ik verhuisde heb ik de helft van de inhoud weggegeven of -gegooid.

Ze staan er elke dag. Het grachtenwater onder hun voeten ligt soms spiegelstil, soms klotst het tegen de kade. Zo nu en dan zijn er meeuwen, af en toe vaart een roeibootje langs. Maar ze kijken niet naar het water of de vogels. Door de lens voor hun ogen zien ze slechts een omlijsting, een zwart frame om hun pose.

Het jaar van veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen, in twee richtingen, met Donald Trump als president van Amerika en de #metoo-beweging als TIME Person of the Year. Het jaar van incasseren, winnen of verliezen en je uitspreken. Het jaar van populistische machomannen en van vrouwen – álle vrouwen.