Ze staan er elke dag. Het grachtenwater onder hun voeten ligt soms spiegelstil, soms klotst het tegen de kade. Zo nu en dan zijn er meeuwen, af en toe vaart een roeibootje langs. Maar ze kijken niet naar het water of de vogels. Door de lens voor hun ogen zien ze slechts een omlijsting, een zwart frame om hun pose.