Afgelopen zondag zag ik 1917. Het was voor het eerst in lange tijd dat ik in een Pathé-bioscoop emoties ervoer waarvoor film als kunstvorm bedoeld is.
Categorie Archief: Thijs Booden
Ik was negen toen ik op slag verliefd werd. Stiekem, zonder dat mijn ouders het wisten, bleef ik ver na bedtijd wakker en zag ik PSV Olympique Lyon verslaan in de kwartfinale van de Champions League.
Een minuut of tien dacht ik dat het een hartaanval was. Ik schreeuwde naar mijn moeder – smeekte of ze alsjeblieft 112 kon bellen. Zij wist het toen al beter dan ik, en kwam terug met een nat washandje om mijn bezwete voorhoofd af te vegen.
Voordat mijn vrienden en ik uitgaan zitten we doorgaans slap te ouwehoeren op de bank. De een zit aan z’n derde biertje terwijl de ander z’n vijfde Disaronno inschenkt, dat werk. Beetje kaarten, boten hoort er natuurlijk bij, maar heel spannend is het allemaal niet. Overleggen waar we heengaan, het vaak met elkaar oneens zijn.
Drie jaar geleden schreef ik mijn eerste column voor Maximum, het online platform opgezet door Max van Geuns. De titel van mijn eerste column: Maatregel tegen Engeland. Het was niet best.
Nu ik van woning verander leef ik tussen twee werelden. In mijn hoofd ben ik al bij het nog onbekende uitzicht in Amsterdam wat ik straks te zien krijg als ik wakker word, de nog nooit geroken geur, de nieuwe start. In mijn hart voel ik nostalgie naar de plek waar ik nog steeds woon – want verhuisd ben ik nog niet.
Voor de laatste scoops, grappige inzichten of een korte, interessante, politieke analyse is Twitter een uitstekend medium. Veel journalisten en opiniemakers delen op Twitter hun bevindingen en dat is, zeker voor iemand die erg nieuwsgierig is, erg prettig. Helaas wordt Twitter door deze journalisten zelf — kort door de bocht gezegd — verpest.
We stonden in de tuin en zeiden tegen elkaar: die gaat erin. Rechterbovenhoek. Bij elke andere speler had je gezegd: die gaat er waarschijnlijk niet in. En als ‘ie dan toch in het net ploft, is er alom verbazing en verbijstering. Waarschijnlijk zou er wat geluk bij komen kijken.
“James Gunn, regisseur van de Marvelfilmreeks Guardians of the Galaxy, is door Disney ontslagen om oude tweets waarin hij grapte over verkrachting en pedofilie. Gunn bood excuses aan. ‘Mijn uitspraken waren destijds compleet misplaatst en een slechte poging om provocatief te zijn.’”
“Here’s to alcohol, the rose colored glasses of life” schreef F. Scott Fitzgerald eens, evenals “first you take a drink, then the drink takes a drink, then the drink takes you.” Grotere en betere schrijvers zijn er nauwelijks geweest, misschien komt zelfs alleen Bob Dylan in de buurt.
Bij Pathé kennen ze ondertussen mijn naam. Ik kom er vaker dan in mijn stamkroeg en juist daar beginnen ze zich af te vragen of ik niet last heb van een drankprobleem. Dus toen ik zag dat Hereditary in elke krant lovende kritieken kreeg, baande ik mij weer een weg naar de bioscoop.
Ik ging er even goed voor zitten: de laatste aflevering van RTL Late Night met Humberto Tan. Nog niet zolang geleden was Tan de koning van de kijkcijfers, de prins van het plezier. Jarenlang entertainde hij de entertainers van de commerciële omroep, maar de kijkcijfers namen af, het plezier idem.
Mijn vriendengroep zit vol met krankzinnige types – mijn beste vriend voorop. Je kunt ze stuk voor stuk uren aan psychologisch onderzoek opleggen en er dan nog niet uitkomen waarom ze zo krankzinnig zijn. Maar, het voordeel is: ze zijn vermakelijk krankzinnig. Aaibaar, loyaal en humoristisch.
Aan de onderhandelingstafel, onder leiding van informateur Gerrit Zalm, hebben vier partijen een jaar geleden de toekomst van Nederland geschetst. Terrorisme, klimaat en de staat van Europa: alle onderwerpen hadden logischerwijs een hoge prioriteit. Er is echter één onderwerp dat een ondergeschoven kindje werd, en waar nu echt niet langer mee gewacht kan worden: suïcidale kinderen zonder uitzicht op hulp.
Vraag me wat ik droomde vannacht. Vraag me wat ik droomde en ik zal zo eerlijk mogelijk antwoord geven. Nu de zon schijnt in de stad lijkt alles mooier, eerlijker, oprechter. Koningsnacht, -dag en Bevrijdingsdag zijn achter de rug, en mijn liefde voor de stad is nog groter geworden.
Ze zaten langs grachten, ze lagen in parkjes en ze huppelden door de straten van Amsterdam. Martin Bril was het die de term rokjesdag gaf aan de, in mijn ogen, mooiste dag van het jaar – en afgelopen woensdag leek het weer zo ver: rokjesdag.
Hij gaat vaak naar zijn stamkroeg, die tussen de Amstel en oneindige weilanden gelegen ligt. Meestal gaat hij met zijn beste vriend, soms ook alleen, als hij echt even behoefte heeft aan afleiding en, uiteraard, drank. Door de doffe speakers klinken oude klassiekers die hij fluisterend meezingt.
De UvA staat er niet om bekend de mooiste gebouwen ter wereld te maken. Roeterseiland valt nog mee, maar Science Park is werkelijk waar niet om aan te zien. Zo zijn er meer gebouwen waar de UvA niet trots op hoeft te zijn.
Waarom doe ik dit, vraagt ze zich af, terwijl ze voor de spiegel staat. Ze twijfelt: haar haren los of in een knot? Een knot is misschien te chique, maar los wordt het door de wind zo wild. En waaien doet het, want dit is Nederland.
Onlangs zag ik de film Molly’s Game in de bioscoop. In het kort waar het om draait: een vrouw in een mannenwereld, die zich staande houdt, die zich niets aantrekt van de geldende mannenregels en ook de wet een klein beetje aan haar laars lapt.
Eind jaren zestig veranderde de maatschappij zichtbaar. De emancipatie van vrouwen en de acceptatie van minderheidsgroeperingen kregen serieus gestalte. Hierbij stonden twee soorten mensen recht tegenover elkaar, die nu worden aangeduid als conservatieven en progressieven. Voor de een ging verandering te snel, voor de ander te langzaam.
Even niet over terugkerende jihadgangers en het intrekken van paspoorten. Even niet over de Islamitische Staat en het zaaien van dood en verderf. Even niet over berechtingen en gevangenisstraffen en ideologieën en mitrailleurs. Laten we het even hebben over opa Klaas.
Goede voornemens zijn niet exclusief voorbehouden aan 1 januari. Het hele jaar door heb je, bewust of onbewust, goede voornemens. Vroeger opstaan. Vaker naar het filmhuis in plaats van Pathé. Vanavond even geen acht wijntjes, maar slechts zes.
Het jaar van veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen, in twee richtingen, met Donald Trump als president van Amerika en de #metoo-beweging als TIME Person of the Year. Het jaar van incasseren, winnen of verliezen en je uitspreken. Het jaar van populistische machomannen en van vrouwen – álle vrouwen.
Ik lees dat Fred Teeven buschauffeur wordt. Wat mij voornamelijk gelukkig maakt is dat hij gaat werken voor Connexxion. Ik ben geen sentimenteel mens, maar elke keer als ik die groene bussen zie, komen alle herinneringen van vroeger weer naar boven.
Ik studeer aan de Oudemanhuispoort, dat is mijn favoriete locatie van de UvA. Ik loop graag door de poort richting de binnentuin. Vanbinnen is ‘Omhp’, zoals studenten het graag noemen, niet veel meer dan een Italiaans ziekenhuis met collegezalen, maar toch, van buiten is het prachtig.
Vrijdagmiddag, vijf uur. De vrouw besluit een fietstocht te maken door de provincie Utrecht. Gewoon, lekker een stuk fietsen, zoals we allemaal weleens de neiging hebben de wijde wereld in te trekken. Even naar buiten, even weg van thuis, want thuis is alles bekend en buiten is alles onbekend.
Het voelt nu al vreemd aan, deze column. Ik ben dit collegejaar namelijk begonnen met goede voornemens en één daarvan is: geen drank meer ‘s avonds als ik de volgende dag college heb. En morgen heb ik college, dus staat er nu geen glas wijn naast mijn laptop.
Het was weer tijd voor het jaarlijkse feest van Uithoorn: Tropical Night. Bijna het hele dorp was uitgerukt om ’s avonds, in het oudere gedeelte langs de Amstel, ongegeneerd bier te drinken en foute nummers mee te zingen. Zo vaak kan dat niet in Uithoorn.
Een gewoonte die maar niet went. Je krijgt een pushbericht op je telefoon, schrikt even op, zet het journaal aan en de rest van de dag blijft het door je hoofd spoken. Een man en een vrachtwagen: het nieuwe massamoordwapen. Weer een prachtige stad in diepe treurnis.