De Duitse Herr Hammelrath hielp opbouwen na de Watersnoodramp, en zag verwoesting ruimte maken voor verbroedering

Beeld: Beeld: Jitka Marks

21 februari 2023, 11:35

Auteur: Jitka Marks

De Duitse Herr Hammelrath hielp opbouwen na de Watersnoodramp, en zag verwoesting ruimte maken voor verbroedering

Beeld: Beeld: Jitka Marks

21 februari 2023, 11:35

Auteur: Jitka Marks

In februari was het zeventig jaar geleden dat de Watersnoodramp Nederland trof. De Duitse Herr Alf Hammelrath (86) fietste over en bracht in de zomer van 1954 drie weken door in Zierikzee om het dorp te helpen herbouwen. “Ik bekijk de wereld met politieke ogen en die basis is in Zierikzee gelegd.”

Zeventig jaar later, zagen we afgelopen februari weer de beelden op televisie van het overspoelde landschap, waar dode koeien ronddrijven en mensen op de daken van hun huizen wachten op evacuatie. Historische beelden, die met het oog op de toekomst met een veranderd klimaat extra bedreigend zijn.

Maar aan deze ramp, deel van het Nederlandse DNA, hebben sommigen buiten onze landsgrenzen een heel andere herinnering. In de jaren ná de ramp werden op de Zeeuwse eilanden verschillende internationale werkkampen opgezet, waar vrijwilligers van alle leeftijden hielpen om plaatsen als Zierikzee, Oude-Tonge en Dreischor weer op te ruimen, de kerken te herstellen en de straten schoon te vegen. Veel van deze internationale vrijwilligers zijn inmiddels niet meer onder ons, maar één van de toentertijd jongste helpers is na bijna zeventig jaar nog steeds kwiek en spraaklustig: Herr Alf Hammelrath (86) bracht in de zomer van 1954 drie weken door in Zierikzee bij het werkkamp van de Duitse Nothelfergemeinschaft der Freunde. Red Pers trof Herr Hammelrath bij hem thuis, in Münster.

Avontuur

“Abenteuerlust”, zegt Herr Hammelrath gedecideerd, “dat was de voornaamste reden dat ik wilde gaan. Ik wilde andere mensen leren kennen, andere levens zien. En ik wist ook dat we met het vrijwilligerswerk iets konden bijdragen in Nederland, dat geeft natuurlijk ook een goed gevoel.” Terwijl hij energiek doorpraat schenkt hij thee in porseleinen kopjes in. ”In mijn tijd was iedere grensovergang nog een groot avontuur. Ik sprak de taal niet, het geld was anders…. Nederland was een andere wereld, ver weg!”

En dus fietste hij in de zomer van 1954 in zijn eentje in twee dagen van Oberhausen naar Zierikzee. “Ik sliep in de struiken langs de weg, geloof ik”. Hij denkt even na, dan haalt hij zijn schouders op. “Ja, zo was dat toen”.  Op een papiertje stond het adres waar hij zich in Zierikzee moest melden. Van de ramp had hij een jaar eerder, begin februari 1953, vooral op de radio gehoord. Maar wat hij nu daar moest verwachten? Herr Hammelrath had geen idee.

“Toen ik de kust naderde, veranderde het landschap. Het was grauw, modderig en ellendig. Waar was ik beland?” Hij brengt zijn theekopje naar zijn mond en kijkt met heldere ogen de kamer rond. “Een soort maanlandschap met tussendoor wat bomen en groene veldjes.”

Met het papiertje in de hand werd hem de weg gewezen naar het kamp: een schuur op het land van een boer. Hooibalen scheidden de ruimte in een mannen- en vrouwenvertrek. Kippen, honden en katten liepen rond. Een Duitse kampleider en huishoudster hadden er de leiding.

Het was toen een zeer bijzondere ervaring voor me, die me later veel openheid heeft gebracht

“Naast Duitsers waren er mensen uit Frankrijk, Zweden, Spanje, Zwitserland, Ierland, Turkije, Amerika en iemand met een Nederlands-Indische achtergrond. Dat is vanuit hedendaags perspectief niet speciaal meer, maar voor mij was het de eerste keer dat ik met een niet-wit iemand sprak. Het was toen een zeer bijzondere ervaring voor me, die me later veel openheid heeft gebracht.”

Verbinding

’s Ochtends ontbeten de vrijwilligers samen en daarna werkten ze tot aan het avondeten. ’s Avonds werd er gezongen of gediscussieerd over politieke vraagstukken, zoals de verhoudingen tussen het naoorlogse Duitsland en de Verenigde Staten. De Nothelfergemeinschaft der Freunde was na de oorlog opgericht als pacifistische organisatie, die streefde naar wereldvrede en een beter begrip tussen de volken onderling. Uit eigentijdse jaarberichten blijkt dat oprichter Paul Krahé zich zeer bewust was van het feit dat de Nothelfergemeinschaft Duits was en de Tweede Wereldoorlog nog niet lang gelden. Hij verwachtte niet dat Nederlanders stonden te springen om de Duitsers. “Maar omdat vanuit de Nederlandse regering positieve stemmen klonken over de hulp”, schrijft Krahé in het jaarbericht, “hebben we het gewaagd’.

Dat hij Duits was heeft Herr Hammelrath persoonlijk niet als negatief ervaren. Tja, vooroordelen waren er wel. Sommige mensen reageerden afkeurend of wilden geen Duits praten, hoewel ze dat wel konden. “Maar, we begrepen ook dat dat precies de reden was waarom we daar waren”, vertelt Hammelrath. “En bovendien”, hij steekt zijn vinger omhoog, “had ik het privilege dat ik kind was in de oorlog. Ik kom uit 1937 en was te jong om iets in de oorlog te hebben betekent. Ik werd er dan ook niet van verdacht nog een verkapte nazi te zijn. Die verdenkingen speelden wel bij de ouderen, zoals bij onze kampleider Ernst Schmerbeck, die toen 24 jaar was”.

Ik moet U eerlijk zeggen, dat het me ontroerde

Deze Ernst Schmerbeck is terug te vinden in een krantenartikel van 14 augustus 1954 in het Zeeuwsch Dagblad. Hij leidt de journalist, die “benieuwd [is] wie deze helpers-in-de-nood wel mogen zijn”, het zomerkamp rond. De journalist, die de oorlog nog heeft meegemaakt, is sensibel voor de betekenis van deze internationale hulp. Hij schrijft: “Samen met twee Engelse jongens werkt hij [Schmerbeck] in een diepe put aan het herstel van een afwatering. Een put, die lijkt op een diepe loopgraaf. Een Engelsman […] en een Duitser, sámen werkend aan het herstel. Ik moet U eerlijk zeggen, dat het me ontroerde”.

Ook Herr Hammelrath werkte mee aan de afwatering. De afwateringsbuizen waren met het stijgende water kapot gemaakt, en dichtgegooid met allerlei rotzooi om het water zo goed en zo kwaad als het ging buiten te houden. De vrijwilligers moesten dit er allemaal weer uit halen. Met de hand, want dat ging niet anders. “Het was een beetje…”, Herr Hammelrath zoekt naar woorden, “unappetitlich.” Hij grinnikt. “Maar we hebben veel gelachen.” Ook maakten ze het kerkhof weer op orde, poetsten de grafzerken en droegen aangespoelde keien weg.

Veel contact met de Zeeuwse bevolking was er niet, maar Hammelrath herinnert zich de dankbaarheid als ze een klus hadden geklaard. “Een oudere vrouw bracht een keer palingbroodjes”. Zijn ogen lijken in een verleden weg te zwemmen. “Ha! En jonge jenever”, lacht hij dan plotseling. “Jonge jenever zeg…” Of het lekker was? “Natuurlijk”, zegt hij bedachtzaam. “In de romantiek smaakt alles.”

Internationally open-minded

Wat heeft deze ervaring Hammelrath nu gebracht? “To be internationally open-minded”, zegt hij met een goed Engels accent. Zijn ogen twinkelen. “Nou goed, vanuit het huidige perspectief was de internationaliteit beperkt: er was niemand uit het verre Azië of Afrika. Maar toch. Om te merken dat je met mensen die een totaal ander leven hadden, volledig andere meningen en perspectieven op de wereld, tóch gemeenschappelijkheden had en mee kon werken, dat is heel wat waard.”

“Ook begon ik vragen te stellen bij bepaalde politieke, sociale en etnische verhoudingen”, gaat hij door. “En ik leerde vooral dat vragen stellen belangrijker is dan antwoorden geven. Zo zou ik het vandaag de dag zeggen hè, vroeger was ik nog niet op zo’n filosofische uitspraak gekomen.” Hij knipoogt.

Kort na terugkomst trad Herr Hammelrath als eerste in zijn familie een politieke partij bij en bleef daar lang actief. De internationale ervaring van het kamp –  het samenwerken met mensen met een totaal andere achtergrond ­– maakte in hem een politiek vuur wakker. Tegenwoordig zit hij niet meer bij een politieke partij, maar bij Fridays for Future, net als zijn kleinkinderen. “Ik bekijk de wereld met politieke ogen, en die basis is in Zierikzee gelegd.”

Eindhttps://redpers.nl/wp-content/uploads/2020/09/redperslogo-1.png door Yannick van der Heijden

lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.