Jong, ambitieus, onafhankelijk, maar vooral: woonwagenbewoner

Beeld: Beeld: Judith Glimmerveen

13 april 2021, 10:00

Auteur: Rosa Hordijk

Jong, ambitieus, onafhankelijk, maar vooral: woonwagenbewoner

Beeld: Beeld: Judith Glimmerveen

13 april 2021, 10:00

Auteur: Rosa Hordijk

Vrouwelijke woonwagenbewoners zijn laagopgeleid, werkeloos en afhankelijk van hun man. Onzin. Redacteur taboes Rosa Hordijk sprak drie jonge vrouwen die dit stereotype ontkrachten.

In het televisieprogramma Bij Ons Op Het Kamp is Alie druk bezig met het schoonmaken van haar woonwagen. “Wij worden geboren met een zeemlap in de hand. Dat is onze taak. Wij zorgen voor het huishouden en de man die werkt,” zegt ze. Dit is het eenzijdige beeld dat heerst over vrouwen binnen de woonwagengemeenschap. Drie vrouwen aan het woord die het tegendeel bewijzen: ze zijn jong, ambitieus en onafhankelijk, maar vooral: woonwagenbewoner.

Marissa Lutgens. Beeld: Judith Glimmerveen

Marissa Lutgens (24) – MST-therapeut

Marissa Lutgens brengt haar jeugd door op twee verschillende woonwagenkampen in Maastricht: tot haar veertiende woont zij op De Volmolen en daarna op De Karosseer. Op de middelbare school is Lutgens de enige leerling die van het kamp komt. “Zes jaar lang werden dezelfde grapjes gemaakt. Als er ergens een wietplantage werd opgerold, dan was het: ‘Oh Marissa, dat zullen ze wel weer van het kamp geweest zijn hè!’” Op mijn vraag of zij een verklaring heeft voor dergelijke stigma’s, zegt Lutgens: “Ik denk dat generaliseren over het algemeen snel gebeurt bij minderheidsgroepen.”

Toch is iedereen gelijkstellen volgens Lutgens ook niet de oplossing. “Op die manier ontken je de culturele verschillen, want die zijn er en daar ben je ook trots op.” Lutgens heeft een fijne jeugd gehad op het kamp. Dat komt juist door datgene wat de woonwagencultuur typeert: de nabijheid van familie. Tijdens ons videogesprek legt ze uit: “Ik kijk nu letterlijk op onze woonwagen uit, daarnaast wonen mijn oom en tante, hier woont mijn opa, hiernaast woont mijn oom en daar wonen mijn andere oom en tante.”

‘Ik zie steeds vaker dat volwassen vrouwen om mij heen toch nog gaan werken of een opleiding gaan volgen’

Na de middelbare school staat Lutgens opeens op eigen benen. Ze verhuist naar Nijmegen, waar ze aan de Radboud Universiteit Pedagogische Wetenschappen gaat studeren. Hoewel Lutgens als een van de weinigen direct uit huis gaat, is ze geen uitzondering in het feit dat ze doorstudeert: “Vroeger heerste op het kamp wel het idee dat meisjes niet werken. Zij gaan hun moeder helpen en krijgen een man die weer voor hen gaat zorgen.” Maar net als in de rest van de samenleving gaat dat beeld allang niet altijd meer op. “Mijn leeftijdsgenoten doen een opleiding of werken al. Ook zie ik steeds vaker dat volwassen vrouwen om mij heen toch nog gaan werken of een opleiding gaan volgen.”

Lutgens gaat al tijdens haar master Orthopedagogiek aan de slag als pedagogisch medewerker in een jeugdzorginstelling. Anderhalf jaar geleden stapt ze over op de preventiekant van het vak; als multisysteemtherapeut probeert ze uithuisplaatsing van jongeren te voorkomen. “Wij werken aan de gedragsverandering van het kind, via de ouders.” En de toekomst? “Met mijn huidige baan en man die ook zijn netwerk in Nijmegen heeft, zie ik het niet snel gebeuren dat ik weer terugga naar Maastricht.”

Danique de Paauw. Beeld: Judith Glimmerveen

Danique de Paauw (17) – MBO 4 Allround Schoonheidsspecialiste

Danique de Paauw wordt geboren op een woonwagenkamp, maar woont van haar vierde tot en met haar twaalfde levensjaar in een ‘gewoon huis’. Haar verhaal is niet uniek: tot 2018 gold er landelijk een ‘uitsterfbeleid’ voor woonwagenbewoners. Vijftien jaar lang probeerden gemeenten het aantal standplaatsen terug te dringen naar nul. “We woonden op een klein kamp in Harderwijk, De Wikkemeen. Op een gegeven moment moest bijna iedereen van het vak af.” De familie verhuist naar een woning in Lelystad, maar het verlangen naar een wagen blijft. De ouders van De Paauw pachten de horeca op een camping in Harderwijk: “Nu wonen we tijdelijk in een caravan, maar volgende maand gaan we hier in een wagen wonen.”

De Paauw vertelt dat de woonwagencultuur altijd een dominante rol heeft gespeeld in haar leven: “Wanneer ik terugkwam bij mijn familie op het kamp, voelde dat als thuiskomen. Wij hebben op de camping net als daar ook geen deurbel, je loopt gewoon naar binnen.” Familie staat op nummer één. “Ik heb hier op de camping ook vrienden die als familie voelen. Bij sommigen kan ik ook zo naar binnen wandelen.”

‘Als ik ergens aan begin, wil ik het ook afmaken’

Voor de toekomst heeft De Paauw duidelijke plannen: “Ik wil al sinds ik een klein meisje ben visagist worden.” Momenteel doet ze MBO 4 Allround Schoonheidsspecialiste. Haar droom is om hierna de visagieopleiding aan de B Academy in Amsterdam te gaan volgen. “Maar ik maak eerst deze opleiding af, want als ik ergens aan begin wil ik het ook afmaken.” Uiteindelijk wil De Paauw aan de slag als freelance visagist op een film- of televisieset of een eigen salon opstarten. “Ik zie mezelf later echt niet thuis zitten, ik wil zeker werken. Dat komt ook doordat mijn moeder altijd fulltime gewerkt heeft.”

Margriet Oosting (18) – eerstejaarsstudent PABO

“Ik ben trots op het feit dat ik een woonwagenbewoner ben,” zegt Margriet Oosting met volle overtuiging. Ze is geboren en getogen op een woonwagenkamp in Drenthe. Oosting stroomt op de middelbare school door van mavo naar havo. “Klasgenoten bedoelden het niet gemeen, maar zeiden: ‘Oh wat goed, je komt van het kamp en je doet havo?!’ Net alsof dat heel gek is.”

‘Mijn ouders hebben van jongs af aan gezegd dat ik altijd onafhankelijk moet blijven’

‘Gek’ is het voor Oosting allesbehalve: “Mijn ouders hebben van jongs af aan gezegd dat ik altijd onafhankelijk moet blijven.” Volgens Oosting benadrukken steeds meer ouders dat een opleiding hiervoor belangrijk is. “Natuurlijk heb je ook kinderen die daar geen zin in hebben, maar dat heb je ook bij kinderen die niet van het kamp komen.”

Zelf besluit Oosting de PABO te gaan doen, een opleiding die haar op het eerste gezicht goed leek te passen: “Als mijn zusje of nichtjes ergens moeite mee hadden op school, hielp ik ze altijd al.” Toch is Oosting er nog niet zeker van of dit dé opleiding voor haar is. “Ik vind lesgeven leuk, maar ik twijfel of het bij nader inzien is wat het meest bij mij past.” Gepassioneerd vertelt ze over een van haar interesses: geschiedenis. “Ik wil dit jaar graag mijn propedeuse halen en ondertussen onderzoeken wat ik nu écht graag wil doen. Hoe leuk zou het zijn als ik uiteindelijk van mijn passie mijn beroep kan maken?”

Met medewerking van Pleun Brink.


lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.