Een Rijksmuseum voor iedereen

Beeld: Foto: Bibice Piets

8 december 2020, 15:00

Auteur: Koen de Groot & Sezen Moeliker

Een Rijksmuseum voor iedereen

Beeld: Foto: Bibice Piets

8 december 2020, 15:00

Auteur: Koen de Groot & Sezen Moeliker

Welke rol wil het Rijksmuseum spelen in hedendaagse discussies over de Nederlandse geschiedenis? Redacteuren Koen de Groot en Sezen Moeliker vroegen het aan Valika Smeulders, hoofd geschiedenis bij het museum.

Op 1 juli 2020 begon Valika Smeulders aan haar functie als hoofd geschiedenis bij het Rijksmuseum. Een uitdagende functie in een tijd waarin musea grote veranderingen doormaken. Na een paar drukke startmaanden neemt Valika de tijd om een aantal prangende vragen te beantwoorden.

Wat vind jij bijzonder aan je functie?

In mijn studententijd was geschiedenis saai, weggestopt in archieven en depots. Historici waren stoffige mensen achter oude computers. Nu is geschiedenis hot, er gaat geen dag voorbij of er verschijnt wel wat over geschiedenis in het nieuws. Ik begrijp heel goed waarom: geschiedenis gaat over de samenleving, over welk verhaal we over onszelf vertellen. Dat staat nu erg ter discussie in het openbaar debat en dat maakt mijn werk enorm uitdagend.

Hoe kwam je op deze plek terecht?

Ik begeef me graag op het snijvlak van de academische wereld, musea en de groepen die daar ondervertegenwoordigd zijn. Zo heb ik mijn proefschrift ooit geschreven over de representatie van slavernijgeschiedenis in verschillende musea. Ik vind het belangrijk om bruggen te slaan tussen die drie werelden. In het Rijksmuseum werken aan Slavernij was een superkans om dit allemaal samen te brengen. Toen de positie als hoofd van geschiedenis vrij kwam was het niet mijn eerste gedachte om meteen te solliciteren. Inhoudelijk leek het me heel interessant, maar als hoofd doe je niet alleen inhoudelijk werk. Ik had geen idee of ik het kon, maar ik kreeg veel vertrouwen van anderen. Toen heb ik de sprong gewaagd en kwam ik als beste uit de bus.

De uitdaging is om op den duur de meerstemmigheid niet langer als verhalen achteraf of naast elkaar te vertellen, maar als het nieuwe verhaal van heel Nederland.

De laatste jaren zijn de maatschappelijke discussies over de Nederlandse omgang met het eigen verleden flink opgelaaid. Welke rol wil het Rijksmuseum in deze maatschappelijke vraagstukken spelen?

Het is aan ons als museum om gevoel te hebben voor deze belangrijke, maar soms ook controversiële onderwerpen, en om daar op basis van academisch onderzoek  nieuwe inzichten aan toe te voegen. We werken nu aan twee tentoonstellingen over dergelijke complexe geschiedenissen, waarin meerstemmigheid belangrijk  is. De eerste is de tentoonstelling Slavernij in 2021, en daarna komt in 2022 de dekolonisatie van Indonesië. Maar het is super belangrijk dat zulke onderwerpen niet alleen bij tentoonstellingen aan bod komen.

Uiteindelijk moet de gehele vaste collectie van deze meerstemmigheid doordrongen raken. Er zouden bijvoorbeeld ook meer vrouwen te zien moeten zijn en er zou meer aandacht moeten zijn voor de herkomstgeschiedenis van objecten of voor de geschiedenis van Joodse Nederlanders. De uitdaging is om op den duur die meerstemmigheid niet langer als verhalen achteraf of naast elkaar te vertellen, maar als het nieuwe verhaal van heel Nederland. Een completere, complexere nationale geschiedenis.


Over Slavernij
Van 12 februari tot en met 30 mei 2021 is de tentoonstelling Slavernij te bezoeken in de Phillipsvleugel van het Rijksmuseum. In de tentoonstelling staan tien historische figuren centraal, die ieder op hun eigen manier iets vertellen over het slavernijverleden. De tentoonstelling laat zien dat slavernij een wezenlijk onderdeel is van de Nederlandse geschiedenis.


Hoe zorg je ervoor dat de gehele collectie meerstemmigheid uitstraalt?

Dat doe je door je niet alleen te richten op de fysieke presentatie van het museum. Een naambordje dat in zestig woorden het hele verhaal van een object moet vertellen vind ik sowieso al achterhaald. Daar doe je de grote diepgang van een object geen recht mee aan. Met middelen als Instagram, een vernieuwde website en filmseries kan je een object daarentegen wel op veel verschillende manieren laten zien. Op die manier proberen we een complexer, maar ook completer verhaal te vertellen, en dat bovendien op een inclusieve manier te doen.

Een andere manier om die meerstemmigheid naar voren te laten komen, is door objecten naast elkaar tentoon te stellen die elk een eigen verhaal vertellen. Je kan bijvoorbeeld naast het schilderij van een heerser een object plaatsen waaruit blijkt dat hij ook een onderdrukker was. We moeten af van het idee dat je maar één verhaal kunt vertellen. Je moet ook de schaduwkanten laten zien, die maken een verhaal alleen maar interessanter.

Moeilijke kanten van de geschiedenis gaan niet over schuld en schaamte, maar om erkenning.

Hoe zorg je ervoor dat er een wat meer divers publiek naar het museum komt?

Dat je een inclusiever verhaal vertelt wil niet zeggen dat er automatisch nieuwe groepen naar het museum komen. Je moet eerst het vertrouwen wekken van de groepen die zich tot nu toe niet gerepresenteerd hebben gevoeld in het museum. Dat doen we door de mensen vanaf het begin af aan te betrekken bij een tentoonstelling.

Voor Slavernij zijn we bijvoorbeeld met mensen naar het depot gegaan die nog nooit in een museumdepot waren geweest. Daar konden zij ons heel veel vertellen over de objecten die ze zagen. Zoiets zet die objecten in een heel ander licht. Door gebruik te maken van deze nieuwe inzichten hopen wij mensen te laten zien dat we meer doen dan alleen het klassieke verhaal van Nederland te vertellen.

Daarnaast hebben we onderzoek laten doen naar de manier waarop mensen met een persoonlijke band met het slavernijverleden ons zien. Zij vinden het belangrijk dat de samenstellers van de tentoonstelling zelf ook een diverse culturele en professionele achtergrond hebben. Daarom ben ik zelf bijvoorbeeld drie jaar geleden bij Slavernij betrokken. Bij de Indonesië-tentoonstelling zijn juist twee conservatoren uit Indonesië betrokken. Het is belangrijk dat we van binnenuit ook verkleuren.

Voor een gezin dat niet zo kapitaalkrachtig is, blijft een bezoek aan het Rijksmuseum een vrij dure zaak. Hoe zorg je ervoor dat het museum voor iedereen toegankelijk is?

De toegangsprijs is inderdaad een drempel, hoewel we natuurlijk wel allerlei kortingsregelingen hebben. Maar we begrijpen goed dat het een flinke uitgave blijft voor veel mensen. Daarom koppelen we tentoonstellingen aan bekende Nederlanders uit de wereld van sport en entertainment waar mensen wel bekend mee zijn en hun geld aan zouden willen uitgeven. Bij Slavernij stelt Jürgen Raymann bijvoorbeeld een heel programma samen. Op deze manier hopen we nieuwe groepen het museum binnen te brengen die gaandeweg een relatie opbouwen met het museum, en daarmee ook met de objecten.

Hoe gaan jullie om met de mensen die niet willen dat de schaduwkanten van de geschiedenis een plek krijgen in het Rijksmuseum?

Mensen moeten mee kunnen groeien en wennen aan nieuwe verhalen. Het is daarom heel belangrijk om transparant te zijn. We proberen zoveel mogelijk toe te lichten wat we doen en te laten zien dat geen van de historische verhalen die we vertellen zwart wit zijn. Als hoofd geschiedenis heb ik al vaker mijn eigen verhaal gedeeld in interviews om te laten zien dat ik ook beide verhalen in mij heb, zoals in De Volkskrant. Moeilijke kanten van de geschiedenis gaan niet over schuld en schaamte, het gaat om erkenning.

Wat voor tentoonstelling zou je zelf nog graag willen maken?

Dan kom ik toch terug op wat ik eerder zei. Mijn ideaal is geen nieuwe tentoonstelling, maar een nieuwe vaste opstelling waar een verhaal verteld wordt waarin elke bezoeker zich kan herkennen.


Rijks en roofkunst
In oktober kwam naar buiten dat Nederlandse musea hun roofkunst moeten terugsturen. Van de ongeveer 1 miljoen objecten in het Rijksmuseum zijn er circa 4000 objecten met een duidelijke herkomstgeschiedenis uit één van de voormalige Nederlandse koloniën, hoofdzakelijk Sri Lanka en Indonesië. Sinds 2019 doet een externe commissie onderzoek naar deze objecten. In de herfst van 2021 worden de onderzoeksresultaten verwacht.


Met medewerking van Emma Verbree.


lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.