“En?” vraagt ze hoopvol. “Heb je jezelf gevonden, kind?”

Beeld: Foto: Lisa Aardewijn

19 juli 2020, 11:00

Auteur: Cees van den Boom

Je bent jong en je wil wat, dus neem je een tussenjaar. Je reist de hele wereld rond met één doel voor ogen: jezelf vinden. Columnist Cees van den Boom tekent de reis alvast voor je uit.

“Twenty to twenty-five, these are the years.” Winston Churchill heeft het mooi omschreven. Het klinkt opwindend maar evengoed beangstigend, omdat het in deze jaren blijkbaar allemaal móét gebeuren. Churchill had makkelijk praten. Op zijn vijfentwintigste was hij de hele wereld al rondgereisd, als soldaat vocht hij in de Boerenoorlog en als oorlogscorrespondent deed hij verslag. Hij was beroemd, toen al. ‘The true son of the British Empire’ werd hij genoemd.

Maar Churchill had geen keus. Hij was het aan zijn land verplicht om aan de andere kant van de wereld te gaan vechten. Jongeren van nu moeten dat avontuur zelf maar op poten zetten. Niemand wijst ze naar welke uithoek van de wereld ze moeten, ze worden niet geïnstrueerd, weten nauwelijks wie de vijand is en hun missie is haast ondoenlijk: vind dat wat je thuis in geen twintig jaar hebt gevonden: jezelf.

De zoektocht naar jezelf begint bij je ouders aan de keukentafel. “Waar wil je dan heen schat?” Je wil uit je bubbel, in het diepe springen en dan weer boven komen drijven als een nieuw mens: als jezelf dus. “Ik wil gewoon iets anders doen dan de rest,” zeg je, en dus vlieg je net als iedereen naar Australië. Daar heb je na drie watervallen, twee schimmen van koala’s en geen kangoeroes de natuur wel weer gezien. Het valt je tegen dat er zoveel witte mensen zijn – er zijn wel Aboriginals maar die zitten zo ver landinwaarts – dus pak je een low-fare naar je volgende bestemming: Mozambique.

Een stilteretraite komt later wel. Of anders doe je dat gewoon in het vliegtuig terug.

In Mozambique zijn weliswaar een hoop zwarte mensen, maar ze zijn niet zoals je had verwacht. Ze wonen niet in hutten van riet en klei, en er is nergens een creatieveling te bekennen die van colablikjes kleine speelgoedautootjes vouwt. Het is voornamelijk prostitutie en verslaving wat er door de straten waart. Gekweld door je white guilt besluit je om waterputten te gaan slaan bij een weeshuis. Wel maar voor één dag natuurlijk, want morgen vlieg je weer door naar het volgende continent. Nog snel even met alle twintig weesjes op de foto, de jongste met de grote ogen op je schoot. Klik.

Bali, eindelijk! Met alle ellende van de wereld nog op je netvlies ben je toe aan wat bezinning. Het Godeneiland staat bekend om haar vele tempels. Een stilteretraite staat nog op je bucketlist, maar dat komt later wel. Of anders doe je dat gewoon in het vliegtuig terug. In het hostel tik je de shotjes Extra Joss weg of het niets is. Als een citizen of the world meng je je in de melting pot van culturen: Amerikanen, Canadezen, Australiërs (veel Australiërs!), Nederlanders, Britten, en die ene Spanjaard die niemand echt kan verstaan.

Het wordt alsmaar later, en wanneer er een zakje truffels op tafel komt besluit jij als eigengereide globetrotter lekker met de rest mee te doen. Je riskeert daarmee weliswaar de doodstraf – of erger nog: een langdurige celstraf – maar fuck it! Jij bent jong en je wil wat. Daarover gesproken: moet je die Cory nou eens zien kijken. De gespierde surfer uit Melbourne met sun bum blonde lokken die altijd voor zijn ogen hangen. Dat wil jij. Je trekt hem mee je kamer in en als je drie uur later wakker wordt zit hij alweer bij de rest beneden aan het zwembad. Je voelt je misselijk van de drugs en even later hang je boven een gore pot je hebben en houwen eruit te kotsen. Dan tikt iemand je op de rug, je draait je om: het is de geest van je overleden oma. Je weet wel, die ene van wiens erfenis je dit hele festijn hebt bekostigd. “En?” vraagt ze hoopvol. “Heb je jezelf gevonden, kind?” Je draait je terug en laat je hoofd boven de wc-pot hangen. Kut.

Ook ik heb ooit een tussenjaar genomen, ik ben op reis gegaan en heb mezelf gevonden, zij het in Rotterdam-Noord. Lees het volgende week zondag.  


lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.