Rechten een ‘pretstudie’?

6 mei 2020, 12:43

Auteur: Tahrim Ramdjan

Rechten een ‘pretstudie’?

6 mei 2020, 12:43

Auteur: Tahrim Ramdjan

Weet je nog niet wat je wil gaan studeren? Geeft niet, je kan altijd nog Rechten gaan doen, toch? Rechtsgeleerdheid staat bekend als een ‘pretstudie’, maar waarom eigenlijk? Redacteur Tahrim Ramdjan vroeg het aan Meester Frank Visser (68), bekend van tv-programma Mr. Frank Visser doet uitspraak (voorheen De Rijdende Rechter) – in deel 1 van een tweeluik.

Meester Visser, ook u bent ooit rechtenstudent geweest. Was die studiekeuze meteen duidelijk voor u?
“Eigenlijk wel. Ik heb de HBS-A gedaan, die hele opleiding was toegespitst op handelen. Je kon er economie, rechten en talen mee studeren. Maar economie trok mij niet zo; het recht daarentegen wel.”

U koos voor een rechtenstudie in Rotterdam. Waarom?
Meester Visser moet lachen. “Dat berust eigenlijk op een geografisch misverstand. Ik had mijn middelbare school gedaan in Den Haag, en dacht dat Rotterdam dichterbij was dan Leiden. Achteraf was het helemaal geen verkeerde keuze: de Rotterdamse opleiding was helemaal toegespitst op de HBS-opleiding en de handel. Men benadrukte het ‘positieve recht’, het recht zoals dat in de wetboeken stond en door de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege, werd geïnterpreteerd. Mijn hoogleraar zei: ‘wat de Hoge Raad zegt klopt, de rest is appelepap’.”

Als je geen interesse hebt in het vak, ga je ook werkgroepen mijden en ben je snel verdwenen

Was rechten in uw tijd een pretstudie?
“Voor zover ik doorhad niet. De mensen met wie ik contact had, waren wel gemotiveerd. Maar ja, je zoekt elkaar op. Als je geen interesse hebt in het vak, ga je ook werkgroepen mijden en ben je snel verdwenen. In het begin van mijn eerste collegejaar zaten er tweehonderd studenten, in het tweede jaar waren er nog maar vijftig over.”

Toch is er iets in het vak dat al die afvallers aantrekt.
“Ik denk dat een hoop mensen het vak kiezen omdat ze denken: je kan er wat mee. Maar daarmee maak je eigenlijk geen enkele keuze en toon je ook geen interesse in het vak. Maar ja, het recht is ook niet zo bekend. Het enige wat je ziet zijn de ‘reladvocaten’ op tv. Sommige mensen vinden dat geweldig, maar ik denk dan – ken je die reclame van de Landmacht, met dat stempeltje? – ‘ongeschikt’.”

Ik hoorde van collega’s dat die thuiszaten en hun vrouw zei: nu snap ik eindelijk wat voor werk jij doet

In hoeverre verschilt uw rol dan van die zogeheten ‘reladvocaten’? U komt immers ook op tv.
“Die reladvocaten komen altijd voor een bepaald belang op, vooral om zichzelf te promoten. Ik heb altijd het privaatrecht willen promoten op zo’n manier dat gewone mensen begrijpen wat voor werk rechters doen. Ik hoorde ook al snel van collega-kantonrechters dat die thuiszaten en hun vrouw zei: nu snap ik eindelijk wat voor werk jij doet. Hoewel het natuurlijk niet de werkelijkheid is die je ziet, omdat rechtszaken in het echt niet zo lopen, is de kern van de zaak exact hetzelfde. Ook merk ik dat rechters steeds vaker in een procedure ter plekke gaan kijken. Dat past wel bij het beeld dat ik heb van de rechter: je moet je niet laten leiden door advocaten, je moet zelf gaan kijken.”

De uitspraken van de Rijdende Rechter zijn geen officiële rechterlijke vonnissen, maar overeenkomsten van bindend advies. Dat behoort tot één van de mogelijkheden waarmee je wel volgens de wet, maar buiten de rechtbank om, een zaak kunt afdoen.

U bent zes jaar ook buiten de tv-camera’s om rechter geweest. Hoe bent u van kantonrechter in Zaandam plots Rijdende Rechter geworden?
“Dat was toeval. Ik werd op een gegeven moment benaderd door de makers van het tv-programma. Ik zou daar met een groepje rechters aan meedoen. Na de opnames, was dat groepje mensen plots teruggebracht tot één persoon. Ik wist dat niet. Als je in je eentje blijft, word je wel gelijk een stuk kwetsbaarder.”

Moeten we het recht populairder maken, of is dat nu niet meer nodig?
“Ik denk dat dat imago wel een beetje verdwijnt. Integendeel: mensen hebben nu ook kritiek op de rechtspraak, vroeger niet. Als je geen idee had wat er gebeurde, kon je immers ook geen kritiek hebben. Maar ik ben bang dat het imago verslechtert. De rechtspraak is een overheidsdienst. We hebben natuurlijk de rellen met de Belastingdienst gehad de afgelopen jaren, en de rechtspraak moet wel kunnen waarmaken waar ze voor staat. Er liggen nog tienduizenden zaken te wachten, het systeem kraakt in zijn voegen. Dat is natuurlijk het gevolg van politiek, begroting en aansturing. Maar daar ligt de kracht van mijn programma: daarin heeft de rechter alle tijd, en werken al onze faciliteiten gewoon.”

Je kunt niet werken aan popularisering van het recht, als de rechtspraak op instorten staat

Is het rechtssysteem ook niet te verouderd?
“Soms wel. Ik zie dat in het strafrecht. Dat is intellectueel en wetenschappelijk gezien tot stilstand gekomen. Men blijft neuzelen op de vierkante centimeters, en zit vast in dogma’s uit de negentiende eeuw. Kijk maar naar het idee van ‘opzet’ in het strafrecht: hoe kun je opzet bepalen? In het strafrecht probeer je in de hersenen van de verdachte te kruipen, en daar worden enorm zware eisen aan gesteld. Als iemand naar zijn huis gaat, een pistool pakt en iemand neerschiet, zou elk normaal mens zeggen: dat is voorbedachte raad! Maar dat vindt de Hoge Raad onvoldoende. Bovendien is strafrecht bij uitstek politiek. Als je iets wilt veranderen, blokkeren mensen van links en rechts in de Tweede Kamer dat.” 

Ligt de toekomst dan bij tv-rechters zoals u?
“In de eerste plaats moet je je eigen huis op orde hebben. Je kunt niet werken aan popularisering van het recht, als de rechtspraak op instorten staat. Maar de toekomst ligt wel bij de media, ja. Hoe bereik je de mensen anders? We zouden in Nederland een justitiekanaal moeten hebben. Niet beheerd door de Raad van de Rechtspraak of zo, want dan krijg je een politiek correcte toestand, maar een onafhankelijk televisiekanaal. Je hebt in de Verenigde Staten ook tv court programma’s en wekelijkse nieuwsbulletins over rechtszaken. Op die manier bereik je de mensen.”


lees ook:

Nieuwsbrief

Elke drie weken houden we je op de hoogte van wat we schreven en wat we lazen in de Red Pers-nieuwsbrief.

Zoeken

Doneren

Wij bieden jonge, aspirerende journalisten een podium én begeleiding. Dat kunnen we nog beter met jouw steun. Die steun komt met twee voor de prijs van één, want onze sponsor matcht jouw donatie. Geef jij ons vijf euro? Dan ontvangen wij een tientje.