Hamzah Sadiek (23) zat in de jeugdopleiding van FC Utrecht en is nu hard op weg om op opvallend jonge leeftijd voetbalscout te worden. Hij volgde een cursus bij Henk Grim, scout van het Duitse Sankt-Pauli, en is een van de eersten die straks een gediplomeerde voetbalscout is.

“Ik heb vijf jaar in de jeugd gespeeld bij FC Utrecht, als linksback,” zegt Sadiek. “Of het eerste elftal erin had gezeten is nog maar de vraag, maar op mijn positie waren wel weinig talenten. Uiteindelijk moest ik afhaken wegens meerdere kruisbandblessures. Dat was een moeilijke tijd, want alles in mijn leven stond in het teken van voetbal.”

Hoe leef je dan nu?

“Nog steeds een beetje als een profvoetballer, die mentaliteit heb ik altijd gehouden. Ik let nog steeds op mijn voeding, ga eigenlijk nooit uit en speel elke week zaalvoetbal. De discipline in mijn levensstijl heb ik altijd gehouden.”

Je hebt een cursus gevolgd bij Sankt-Pauli scout Henk Grim, om uiteindelijk zelf te behoren tot de eerste lichting gediplomeerde voetbalscouts in Nederland en België. Ben je al in gesprek met clubs?

“Ja, ik kan alleen niet zeggen met welke.”

Maar ben je niet erg jong voor een scout?

“Dat zeggen ze altijd ja, ik ben ook een van de jongsten van de cursus. Maar het gaat wat mij betreft niet om leeftijd, maar om hoeveel wedstrijden je bekijkt. Hoe meer wedstrijden je ziet, hoe sneller je spelers met elkaar kunt vergelijken.”

“Van Henk Grim heb ik trucjes geleerd. Bijvoorbeeld: het eerste waar een scout naar moet kijken, is de motoriek van een speler. Voetbal is topsport en in topsport horen topatleten thuis. Je kunt spelers veel leren, maar een manier van lopen aan- of afleren wordt lastig. Verder kijk je per positie naar verschillende eigenschappen van spelers. Een spits kan een aanspeelpunt zijn, maar ook iemand die liever de diepte zoekt. Een club stuurt zijn scout vervolgens op stap met aanwijzingen naar wat voor speler ze op zoek zijn. Ook kan een club een bepaalde speler al in het vizier hebben en stuurt mij op pad om naar hem specifiek te kijken.”

“Hoe veelzijdiger je bent, hoe aantrekkelijker je wordt voor clubs”

Heb je zelf al gescout?

“De cursus duurde een half jaar en daarin moest ik ieder weekend scouten. Zowel bij de Ajax-, Feyenoord- en PSV-jeugd als bij amateurclubs. Op die manier leer je snel hoe het vak in zijn werk gaat.”

Speelt de KNVB een rol bij de cursus?

“De KNVB heeft de cursus niet georganiseerd, omarmen ‘m ook niet volledig, maar ze erkennen de cursus wel.”

Het Nederlands voetbal zit in een donkere periode. Kunnen scouts bijdragen aan de wederopstanding?

“Ja, er is meer dan genoeg talent, maar spelers worden veel te jong gescout. Het scouten van spelers onder de dertien jaar heeft geen enkel nut. En soms worden moeilijke jongens weggestuurd, terwijl die gasten vaak de beste spelers zijn. Daarnaast is er ook nog een probleem dat het geboortemaand-effect heet, waardoor spelers die in januari worden geboren in dezelfde lichting zitten als de spelers die geboren worden in december. Hierdoor hebben de januari-spelers een fysiek voordeel, want ze zijn bijna een jaar ouder. Dan kan het net lijken alsof de december-spelers minder goed zijn. Daar moet echt wat aan gedaan worden.”

“De bal ligt bij de clubs en de KNVB wat dat betreft. We moeten veel investeren in de scouting van voetballers. In België hebben ze al bepaalde oplossingen gevonden, namelijk een vroegrijp elftal voor spelers onder negentien en een laatrijp elftal. Zo zorg je ervoor dat bepaalde spelers niet te vroeg afhaken. En voor die moeilijke jongens zou ik zeggen: investeer in begeleiding van jonge spelers.”

Moet je als scout nog meer kwaliteiten hebben dan alleen goede spelers ontdekken?

“Ik investeer in mijzelf en ben nu bezig met verschillende talen te leren. Ik ben volgend jaar klaar met mijn rechtenstudie en heb mij zodoende verdiept in het contractrecht. Eerst wil ik de Spaanse taal leren, gevolgd door de Arabische. Daarnaast is mensenkennis belangrijk, ik probeer zo dicht mogelijk te komen bij de persoonlijkheid van een speler. Hoe veelzijdiger je bent, hoe aantrekkelijker je wordt voor clubs.”

“Ik hoop dat ik bij een daadkrachtige club werk straks. Ik weet in ieder geval wel zeker dat de club waarvoor ik ga werken aan mij veel plezier zal beleven, en andersom ook.”